6 wetten voor een goede mindmap

Eric

Het ma­ken van een mind­map is een uit­ste­ken­de ma­nier om in­for­ma­tie te struc­tu­ren. Zo kan mind­map­pen hel­pen bij het ma­ken van sa­men­vat­tin­gen, schrij­ven van een ar­ti­kel, op­stel­len van voor- en na­de­len, over­zicht krij­gen in pro­jec­ten of bij het brain­stor­men. Wij ge­brui­ken tech­nie­ken van het mind­map­pen bij on­ze con­tent­sor­te­rings­ses­sies. Om je te hel­pen bij het ma­ken van een mind­map kun je je aan de vol­gen­de 6 wet­ten hou­den.

On­der­werp

Be­gin je mind­map door je on­der­werp in het mid­den te schij­ven en de­ze dik te om­cir­ke­len. Daar­na be­paal je hoofd­tak­ken, die je met dik­ke lij­nen met het on­der­werp ver­bindt. El­ke vol­gen­de ver­tak­king gaat ver­der in op de de­tails. Zo maak je de mind­map per ver­tak­king steeds con­cre­ter.

Pa­pier

Maak je mind­map al­tijd op pa­pier en niet via een tool­tje op je com­pu­ter. De com­bi­na­tie van te­ke­nen, schrij­ven en struc­tu­re­ren van in­for­ma­tie spreekt bei­de her­sen­helf­ten aan. Hier­door kun je de in­for­ma­tie in je mind­map be­ter ont­hou­den. Be­gin al­tijd op twee uur en leg je pa­pier ho­ri­zon­taal neer. Draai tij­dens het ma­ken van de mind­map niet aan je pa­pier.

Lij­nen

Werk van dik naar dun en zorg dat de lijn al­tijd on­der de he­le zin of het steek­woord door­loopt. Naar­ma­te je meer ver­tak­kin­gen maakt, ga je steeds die­per in op de de­tails. Zorg er­voor dat al­le steek­woor­den, die een ver­band heb­ben met el­kaar, ver­bon­den zijn.

Tekst

Werk zo­veel mo­ge­lijk met kern­woor­den, je zult al snel mer­ken dat je ruim­te te kort komt. Maak ge­bruik van af­kor­tin­gen, no­ta­ties en sym­bo­len om de ruim­te op­ti­maal te be­nut­ten. De­fi­ni­ties zijn de eni­ge uit­zon­de­ring op de re­gel; de­fi­ni­ties dien je vol­uit te schij­ven. Pro­beer al­tijd ho­ri­zon­taal te schrij­ven en op de lijn te blij­ven.

Af­beel­din­gen

Pro­beer ge­bruik te ma­ken van af­beel­din­gen. Hoe meer hoe be­ter, he­laas is dit niet al­tijd mo­ge­lijk.

Kleu­ren

Ook voor kleu­ren geldt; hoe meer hoe be­ter. Ge­bruik bij­voor­beeld per on­der­werp een kleur. Dit helpt je brein met het struc­tu­re­ren van de in­for­ma­tie.